Europese regelgeving voor beperking van acrylamide in voedsel

Op 19 juni 2017 heeft de Europese Commissie normen vastgesteld van de hoeveelheid acrylamide wat in voedsel mag zitten. Voor friet is de maximale hoeveelheid vastgesteld op 500 microgram per kilo friet. Voor chips en geperste friet gemaakt van aardappelpoeder, zoals RAS en Maxpatat, is de norm maximaal 750 microgram per kilo eindproduct. Ook voor andere producten waarin acrylamide ontstaat, zoals brood, koekjes, babyvoeding en koffie zijn door Brussel normen vastgesteld.

Voor de juiste beeldvorming: 1 microgram = 0,000.001 gram en is alleen door gespecialiseerde laboratoriums te meten. Dus het gaat om zeer kleine hoeveelheden.

Uit eigen onderzoek wat in 2016 is gepubliceerd in de eerste editie van het vakblad Frituurwereld (*), waarbij de metingen zijn verricht door een erkend laboratorium in Hamburg, is gebleken dat we met ons frietje in Nederland ruim onder deze norm kunnen blijven. Maar als je niet goed frituurt, dan zit je snel boven deze norm. En stel dat dit toch een keer gebeurd, dan is er nog steeds niets aan de hand. Het wordt pas een probleem als je iedere dag een grote hoeveelheid friet eet met een te hoog gehalte aan acrylamide. En dat doet niemand.

Sinds de ontdekking van acrylamide in voeding (2002) zijn door de grote aardappelverwerkende bedrijven maatregelen getroffen om het acrylamidegehalte in hun eindproducten te beperken en volgden zij onderstaande aanwijzingen op.

Aanwijzingen_verlagen_acrylamidegehalte

 

De Europese Commissie heeft deze aanwijzingen nu opgenomen in regelgeving, maar geeft de ambachtelijke frietbakkers nog wel ruimte om hiervan af te kunnen wijken, zodat zij de traditionele wijze van frietbakken kunnen blijven toepassen.

 

Klik hier voor de Verordening (EU) 2017/2158 van de Europese Commissie