Cafetariaomzet groeit eerste kwartaal met 2,9 procent

Veldhoven | 9 juni 2017

ProFri: “Groeiende lasten en dalende winstgevendheid zorgelijk”

Cafetaria’s, snackbars en frituren boekten in het eerste kwartaal een omzetgroei van 2,9 procent vergeleken met hetzelfde kwartaal vorig jaar. Deze groei ligt beduidend lager dan de stijging in de totale groep waarbij frituurbedrijven zijn ingedeeld, de zogenaamde SBI-code 56102. Met een stijging van 10,2 procent groeide de omzet van alle ruim 14.000 bedrijven in deze totaalgroep het hardst. In de Kwartaalmonitor Horeca van het CBS werd voor de totale horeca in ons land een omzetgroei van 6,4 procent gerapporteerd.

Verkeerde been
De huidige omschrijving ‘Snackbars, lunchrooms en ijssalons’ die SBI-code 56102 draagt, zorgt dat de media telkens op het verkeerde been worden gezet. Tot deze categorie behoren namelijk ook alle vestigingen van fastfoodketens, zoals McDonald’s, Burger King en Domino’s. Maar ook de omzet van foodtrucks en popcornkramen gaan mee in dezelfde cijfers. Voor Hans Hus, voorzitter van ProFri, was dit dan ook de reden om bij het in ontvangst nemen van het maatwerkrapport bij het CBS in Den Haag een pleidooi te houden om de naam van deze categorie horecabedrijven aan te passen. Hus deed de suggestie de groep de naam Fastservice te geven.

Maatwerk
In opdracht ProFri publiceert het CBS dit jaar gespecificeerde cijfers van professionele frituurbedrijven. Al eerder rapporteerde het CBS de omzetcijfers van 2010 tot en met 2016 en verraste vakvereniging ProFri de markt met haar berekening van de totale omzet van professionele frituurbedrijven dat tenminste 1,2 miljard euro moet zijn en niet de 600 tot 800 miljoen die de verschillende onderzoeksbureaus tot voor kort naar buiten brachten.

Het groeicijfer van 2,9 procent over het eerste kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal van 2016 is gebaseerd op direct onderzoek bij de bedrijven die zijn aangesloten bij ProFri, waarvan een derde is aangesloten bij een formule. Frituurders profiteren ook dit kwartaal weer minder van het economisch herstel dan andere bedrijven in dezelfde categorie.

Bezorging
Toch maakt ProFri-voorzitter Hans Hus zich zorgen: “Een omzetgroei van bijna 3 procent is natuurlijk an sich uitstekend, zeker als je bedenkt waar we vandaan komen. Toch wil ik er een kanttekening bij maken. Net als de meeste andere bedrijven, moeten we als branche steeds meer inspanningen leveren om dit soort groeicijfers te realiseren. Vele honderden cafetaria’s zijn bijvoorbeeld de laatste jaren gestart met bezorgservice. Dat levert nieuwe klanten op en dus meer omzet. Je zou dus verwachten dat de groeicijfers hoger uitvallen. Je ziet nu wat we als vakvereniging al langer roepen: je moet meer doen om je omzet minimaal op peil te houden.”

Winstgevendheid
De kwartaalcijfers geven geen zicht op de winstgevendheid van de cafetariasector. Onlangs kwamen wel alarmerende cijfers naar buiten over de winstgevendheid van de totale Nederlandse horeca. Die zou vorig jaar opnieuw zijn gedaald. Hus herkent dit fenomeen: “De lagere winstgevendheid zit hem vooral in personele kosten. Per 1 juli gaat het minimumloon van 21-jarigen omhoog en stijgen de jeugdlonen – dus zullen de kosten verder stijgen. De roep bij de leden om een eigen cao neemt verder toe en onderzoeken we momenteel of dit haalbaar is. Daarnaast leveren nieuwe activiteiten, zoals maaltijdbezorging, zeker in het begin extra kosten op. De winstgevendheid van onze sector is een punt van aandacht voor onze vakvereniging.”

Formulebedrijven
Binnen de frituurbranche presteerden de formulebedrijven in kwartaal 1 van 2017 bovengemiddeld. Merken als Kwalitaria, Family, Foodmaster en Snackpoint plusten ettelijke procenten meer, met Kwalitaria als uitschieter. Dat is een verandering ten opzichte van eerdere jaren, waarin de zelfstandige cafetaria’s het soms beter deden. Ondanks de zorgen die ProFri heeft zijn de cijfers langjarig bekeken bemoedigend. Ten opzichte van 2010 (100) zit de branche in de eerste drie maanden van dit jaar op een index van bijna 120.